Extra Nieuwsbrief 31 maart 2016
PostNL volhardt in forse verlaging retailersvergoeding
De directie van PostNL volhardt in haar voornemen per 1 juli a.s. de vergoeding voor retailers tot 40% te verlagen. Dat bleek deze week in een gesprek tussen de directie en de VVP. Volgens PostNL gaat het slechts om een verlaging van 25 tot 30% en is dit te rechtvaardigen vanwege allerlei procesverbeteringen die PostNL de afgelopen tijd heeft doorgevoerd.
Volgens eigen berekeningen van de VVP loopt de PostNL-korting op tot 35 à 40%.
De VVP heeft geen begrip voor de PostNL-argumentatie. Voorzitter Gerard van Wezenbeek:
“De veranderingen die PostNL doorvoert zijn hier en daar best wel verbeteringen, maar de resultaten zijn nog niet zichtbaar op de winkelvloer. PostNL schiet in haar eigen voet. Men zou er veel beter aan doen eerst de retailer voor zich te winnen met meer efficiëntie en daarna eventueel pas te komen met een aanpassing van vergoedingen. Nu oogst men alleen maar hoon en verontwaardiging”.
De VVP vreest grote en ernstige gevolgen als de forse verlaging per 1 juli a.s. doorgaat. Meerdere ondernemers hebben al laten weten personeel te zullen moeten ontslaan of hun PostNL-postkantoor te moeten sluiten.
Het VVP-bestuur legt zich niet neer bij de volhardende opstelling van PostNL. Van Wezenbeek: “Wij vinden het echt onbestaanbaar dat PostNL zo maar kan besluiten de vergoedingen tot 40% te verlagen. Onredelijk en buitenproportioneel!
We gaan de komende weken al het mogelijke uit de kast halen om de directie alsnog op andere gedachten te brengen. Met inschakeling van alle middelen. Dat kunnen consumentenacties zijn, via de media, politiek of – als echt niet anders kan – via juridische weg.
We hebben de afgelopen weken al meerdere scenario’s uitgewerkt. Daarover hebben we nu overleg met een aantal collega-organisaties in de retail”.
Het VVP-bestuur zal haar leden volgende week informeren over verder te nemen stappen.
Minister Kamp (EZ) nodigt VVP uit om mee te praten over toekomst PostNL
In een brief aan het VVP-bestuur heeft Minister Kamp (Economische Zaken) de VVP uitgenodigd mee te praten over de evaluatie van de Universele Postdienst (UPD).
De UPD is een beleidsinstrument van de overheid dat er ondermeer voor moet zorgen dat het versturen en ontvangen van post voor iedereen in Nederland toegankelijk en betaalbaar blijft. De UPD schrijft bijvoorbeeld voor hoeveel brievenbussen en postkantoren er in Nederland moeten zijn.
PostNL is belast met de uitvoering van de UPD. Die UPD wordt dit jaar geëvalueerd.
Minister Kamp heef de VVP uitgenodigd als stakeholder betrokken te worden bij het onderzoek dat de Minister gaat doen in het kader van de evaluatie van de UPD.
Vanuit de post- en pakketmarkt klinken er geluiden om die evaluatie te laten uitmonden in een openbare aanbesteding van de UPD. Andere partijen dan PostNL zouden dan ook in aanmerking kunnen komen voor de uitvoering van deze dienst.
Tweede Kamer kritisch over handelwijze PostNL
Woensdag 16 maart jl. sprak de Tweede Kamer met Minister Kamp over het onderwerp ‘Post’.
In het overleg kwamen verschillende onderwerpen aan bod. Bijvoorbeeld de vraag hoe het kan dat de postzegelprijs voor particulieren in een paar jaar tijd verdubbeld is terwijl de zakelijke post steeds goedkoper wordt. De particulier betaalt 73 cent voor een postzegel terwijl een zakelijke klant zijn pakje bij PostNL kan versturen vanaf 10 cent.
Betaalt de particulier extra om PostNL een gunstige positie te geven op de zakelijke markt?
In dit verband namen meerdere Kamerleden de term Roofprijzen in de mond. De ACM spreekt van roofprijzen als een bedrijf producten aanbiedt onder de kostprijs om daarmee andere aanbieders ‘uit de markt te drukken’: “Het bedrijf leidt op korte termijn verlies. Op de langere termijn compenseert zij die verliezen door de prijzen te verhogen. Dit gaat ten koste van haar klanten. Het verschil tussen stevige concurrentie en roofprijzen is in het algemeen heel subtiel”.
Mw. Vos (PvdA) sprak over de postmarkt als oligopolie. Zij vroeg zich of hoe concurrenten van PostNL een eerlijke concurrentiepositie kunnen krijgen.
Mw. Mulder (CDA) memoreerde dat de ACM PostNL ziet als een bedrijf met een aanmerkelijke marktmacht en dat de ACM PostNL al drie keer op de vingers heeft getikt.
Dhr. Bosma (VVD) vroeg aandacht voor de positie van kleine retailers met een postpunt,
Dhr. Van Gerven (SP) had het over een schijn van kruissubsidiering. Dankzij de positie die PostNL heeft als uitvoerder van de UPD kan het de particulier meer laten betalen en de tarieven voor de zakelijke markt lager houden. Meerdere Kamerleden hebben het gevoel dat PostNL de kosten in de zakelijke markt wegschrijft naar de UPD. Van Gerven vroeg de Minister expliciet naar de verlaging van 40% van de vergoedingen voor postretailers en de exclusiviteit die PostNL bedingt bij postpunten.
Mw. Vos vraagt in 2e termijn ook naar het exclusiviteitsbeding van PostNL. Zij vindt het raar: “Alsof je als winkelier wel de Margriet mag verkopen maar niet de Libelle”. Zij maakt zich ook zorgen over de kleine ‘postwinkelier’.
In het overleg vroeg Minister Kamp om begrip voor de positie van PostNL:
“De markt krimpt, het aantal banen bij PostNL is de afgelopen jaren fors gedaald, aandeelhouders hebben al vijf jaar geen dividend gekregen. De prijs per aandeel is gehalveerd. Het bedrijf heeft een negatief eigen vermogen”.
De Minister ontkent dat PostNL zich schuldig zou maken aan kruisbestuiving.
M.b.t. het exclusiviteitsbeding dat PostNL hanteert verwijst hij naar de ACM: “De ACM ziet daar op toe. Als dat markt belemmerend is, zal ACM ingrijpen. Tot die tijd heb ik geen reden om aan te nemen dat er iets mis gaat. Ook ga ik niet over de hoogte van de vergoeding die PostNL aan postretailers betaalt”.
De Minister zegt de Kamer toe de evaluatie van de UPD dit jaar af te ronden en voor het eind van dit jaar de conclusies aan de Kamer te sturen.